Contaminanten

Alle operatoren die actief zijn in de voedselketen zijn wettelijk verplicht over een autocontrolesysteem (ACS) te beschikken waarmee ze de aanwezigheid van contaminanten of andere verontreinigingen monitoren. Een contaminant is een stof die niet doelbewust aan levens- en/of voedermiddelen werd toegevoegd, maar die daarin wel voorkomt als gevolg van de productie, de verwerking, de verpakking, het transport of de opslag of als gevolg van contaminatie via het milieu. In de feed- en foodsector kunnen immers verschillende verontreinigingen (o.a. gewasbeschermingsmiddelresiduen, insecten, microbiologische contaminanten, …) aanwezig zijn die in bepaalde hoeveelheden de veiligheid en kwaliteit van producten (negatief) kunnen beïnvloeden. Het is essentieel voor bedrijven in de feed- en foodsector om zich bewust te zijn van deze verschillende soorten contaminanten en de wetgeving/richtlijnen van het FAVV te volgen om de veiligheid en kwaliteit van hun producten te waarborgen.


Een indicatieve (niet-exhaustieve) indeling is als volgt (kan verschillen in de tijd en naargelang geconsulteerde bron):

  • Milieucontaminanten: omvat de stoffen die zich voornamelijk als gevolg van menselijke activiteiten in het milieu manifesteren (o.a. dioxines, PFAS, zware metalen)

    • Zware metalen (bv. cadmium, lood, arsenicum, en kwik): kunnen via de bodem in gewassen terechtkomen en zich zo doorheen de voedselketen verspreiden. Overschrijdingen van de toegestane hoeveelheden van deze metalen zijn mogelijk bij teelt op verontreinigde percelen. Hoge inname van deze stoffen kan gezondheidsrisico's met zich meebrengen.
    • PCB's (Polychloorbifenyls) en dioxinen zijn giftige en persistent organische verontreinigende stoffen die moeilijk afbreekbaar zijn en zich in het milieu ophopen. Ze kunnen worden aangetroffen in granen door verbranding van fossiele brandstoffen en industriële uitstoot. Dioxinen zijn zeer toxisch en worden geassocieerd met diverse gezondheidsproblemen zoals kanker en schade aan het immuunsysteem. Deze stoffen accumuleren door de gehele voedselketen.
    • PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) komen vaak voor als gevolg van verbranding van aardolieproducten. Deze stoffen kunnen onder meer kankerverwekkend en hormoonverstorend zijn, alsook het immuunsysteem negatief beïnvloeden. 
    • ...
  • Landbouwcontaminanten: omvatten de stoffen die van nature in planten voorkomen of ontstaan tijdens de teelt (door bv. schimmels). Deze contaminanten komen dus via plantaardige producten in de voedselketen terecht. Schimmels kunnen voedsel bederven en mycotoxines produceren die schadelijk zijn voor de gezondheid. Deze schimmels kunnen ook ingedeeld worden onder de categorie ‘microbiologische contaminanten’.
    • Mycotoxines (o.a. DON, ZEA, Fuminisine, Aflatoxines) zijn giftige stoffen geproduceerd door schimmels (bv. Fusarium) die zich kunnen ontwikkelen onder bepaalde omstandigheden van temperatuur en vochtigheid, vooral op granen. Ze blijven vaak aanwezig in de opgeslagen goederen, vooral als de opslagomstandigheden niet optimaal zijn. Mycotoxines kunnen zich ook verder ontwikkelen als de vochtigheid in de opslag verhoogd is. Een goede ventilatie of adequate droging van de granen is hier cruciaal.
    • Ergotalkaloïden zijn giftige stoffen die geproduceerd kunnen worden door Claviceps purpurea (moederkoren) en die kunnen leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals hallucinaties, bloedingsstoornissen en zenuwschade.
    • Onkruidzaden die erg giftig zijn en ernstige gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken bij mens en dier kunnen zich ook in granen bevinden (Bv. zaden van Agrostemma githago (Bolderik), Lolium temulentum (Dolik), en Datura stramonium (Doornappel)). 

  • Microbiologische contaminanten: pathogene micro-organismen die schadelijk kunnen zijn voor de menselijke en dierlijke gezondheid (o.a. bacteriën, schimmels, virussen). Eén van de voornaamste micro-organismen in de sector is Salmonella. Deze bacterie kan gastro-intestinale infecties veroorzaken bij zowel mensen als dieren. Ze kunnen aanwezig zijn in grondstoffen als gevolg van o.a. verontreiniging door ongedierte, slecht onderhouden transport en opslag.

  • Insecten:  kunnen de graanvoorraden aantasten door het verspreiden van ziektekiemen en het verlagen van de kwaliteit van de producten (o.a. graankalander en rijstmot). Ze voeden zich met granen en kunnen de korrels beschadigen, wat leidt tot lagere voedselkwaliteit.

  • Gewasbeschermingsmiddelen(residuen): kunnen gebruikt worden om tijdens de groei, opslag of transport van (verwerkte) primaire producten bescherming te bieden tegen schadelijke insecten, schimmels, bacteriën en onkruid. Het gebruik van deze middelen kan soms residuen achterlaten op de gewassen, waaraan de eindgebruiker blootgesteld kan worden. Echter, dankzij de Maximale Residu Limiet (MRL – toegestane hoeveelheid residu die aanwezig mag zijn in een voedings- of voedermiddel) wordt de veiligheid van consumenten en dieren gewaarborgd door te controleren of de goede landbouwpraktijken (GLP) worden nageleefd. Deze regelgeving garandeert dat residuen geen gezondheidsrisico vormen, zelfs als de MRL wordt overschreden (wat kan duiden op een verkeerde toepassing, maar niet noodzakelijk een direct gevaar inhoudt).